1. Het toezicht op het beheer van publieke middelen door een EGTS wordt georganiseerd door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft. De lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft, wijst de voor deze taak bevoegde autoriteit aan voordat hij conform artikel 4 instemt met de deelneming aan de EGTS.
2. Indien de nationale wetgeving van de andere betrokken lidstaten dit vereist, treffen de autoriteiten van de lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft regelingen opdat de bevoegde autoriteiten in de andere betrokken lidstaten op hun grondgebied controles kunnen uitoefenen met betrekking tot handelingen van de EGTS die in deze lidstaten worden uitgevoerd, en opdat zij dienaangaande alle passende informatie kunnen uitwisselen.
3. Alle controles worden uitgevoerd volgens internationaal aanvaarde normen inzake accountantscontroles.
4. Indien de in de eerste of tweede alinea van artikel 7, lid 3, vermelde taken van een EGTS acties omvatten die door de Gemeenschap medegefinancierd worden, is, niettegenstaande het bepaalde in de leden 1, 2 en 3, de vigerende wetgeving betreffende het beheer van door de Gemeenschap verschafte middelen van toepassing.
5. De lidstaat waar de EGTS haar statutaire zetel heeft, stelt de andere betrokken lidstaten in kennis van eventuele moeilijkheden tijdens de controles.